-
door
Rogier van Zon
Na een maandenlange voorbereiding reist de nationale damesselectie zaterdag voor een laatste trainingskamp af naar het Japanse Ureshino. Komende maand start Nederland aan het wereldkampioenschap dameshonkbal. In drie eerdere edities van het WK won het Nederlands dames honkbalteam tot dusver nog maar één wedstrijd. Toch reist de nationale ploeg met hoge ambities af naar Azië. “De strijd achter de top vier is ongemeen spannend”, blikt bondscoach Eddie Dix alvast vooruit.
Onder leiding van manager Percy Isenia debuteerde de nationale ploeg in 2010 op het wereldkampioenschap in Venezuela. Het was het eerste internationale toernooi voor de dames honkballers. Inmiddels staat het team sinds 2014 onder leiding van Eddie Dix, die zelf tussen 1993 en 1999 deelnam aan twee WK’s honkbal voor heren en onder meer de Olympische Spelen van 1996.
In het Japanse Miyazaki eindigde Nederland op het vorige WK na acht nederlagen op een achtste en laatste plaats. Hierna ging voor de nationale ploeg het roer om. Waar in de aanloop naar het vorige WK pas in januari werd begonnen met centrale trainingen, is de nationale ploeg nu, onder meer door behulp van Birds Zoetermeer en Houten Dragons, al twee jaar bezig met de voorbereiding op de mondiale titelstrijd. Dix: “We hebben bewust voor deze aanpak gekozen omdat we uit vorige WK’s gemerkt hebben dat we het niet redden wanneer we in januari beginnen met trainen als het WK in augustus is. De voorbereidingstijd is dan veel te kort. Nu hebben we twee jaar de tijd gehad om te bouwen aan een team, te wennen aan elkaar en om de meiden te krijgen waar ze zouden moeten zijn.”
Aanstormend talent
Ook tijdens de wintermaanden bleef de selectie actief. “Zowel twee jaar geleden als afgelopen jaar zijn we met een groot deel van de tot dan toe bekende selectie, met medewerking van Quick Amersfoort, begonnen met conditietraining in de bossen rondom Amersfoort”, blikt Dix terug. “De hele winter hebben we hard gewerkt aan het conditionele deel zodat we fit zullen zijn tijdens het WK. Vervolgens zijn we met een heel groot deel van de honkballende dames de zaal in gegaan. Met een grote groep dames is de coachingsstaf al twee jaar geleden begonnen met scouten, kennis maken en polsen wat het niveau is. Elke dame die honkbalt, was welkom zodat we er zoveel mogelijk te zien kregen. Dit was onze voornaamste doelstelling vorig jaar. Zoveel mogelijk meiden zien om behalve bekendheid te creëren, ook een zo breed mogelijke groep te hebben waar we uit kunnen selecteren.”
Daarbij was met name aandacht voor de ontwikkeling van aanstormend talent. “Ze kunnen meetrainen en alvast proeven aan het Nederlands team”, licht Dix toe. “Ze wennen dan aan de intensiteit en de eisen die we aan hun stellen. De stap naar de definitieve selectie word zo een stuk kleiner en dat motiveert ze om door te gaan.”
Dix kijkt tevreden terug op de inspanningen van zijn team. “Wanneer ik kijk naar het Nederlands dameshonkbalteam, zie ik een hele getalenteerde, gemotiveerde groep meiden die het waanzinnig leuk vinden om te honkballen en absoluut niet willen softballen. Deze meiden stoppen er vreselijk veel tijd en geld in om te spelen in het Nederlands team en om Nederland te vertegenwoordigen op een WK. Er zijn zelfs speelsters die hun buitenlandse carrière afstemmen op het Nederlands team.”
Wintercompetitie
Eén van die speelsters is de inmiddels geroutineerde Loes Asmus, die komende maand in Zuid-Korea al aan haar vierde wereldkampioenschap begint en zich de afgelopen twee jaar in Australië voorbereidde op het WK. Daar nam ze onder meer deel aan de dames wintercompetitie. Asmus deelt de mening van haar bondscoach: “De kracht van ons team is de gedrevenheid van alle speelsters. Omdat het nog steeds een hobby is voor ons allemaal, heeft iedereen hart en ziel in de voorbereiding moeten stoppen. Dit brengt ons waar we zijn. Ik heb er alle vertrouwen in dat we als geheel weer beter voor de dag komen dan voorgaande jaren.”
Dix verwacht zelf ook volgende maand met een sterkere selectie aan de start te staan. “In vergelijking met de vorige WK’s zijn we over de hele linie sterker geworden. We hebben meer slagkracht en meer snelheid binnen de ploeg en we zijn fitter en sterker dan twee jaar geleden. Waar we toen moeite hadden om een balans te vinden in het veld, hebben we nu verschillende mogelijkheden met meerdere speelsters. Bijna allemaal zijn ze inzetbaar op meerdere posities en dat geeft je als coach heel veel mogelijkheden om je strijdplan aan te passen aan je tegenstander. Bovendien hebben we heel veel snelheid binnen de ploeg. Tijdens het vorige WK hadden we zo’n drie of vier speelsters met snelheid. Nu hebben we binnen de line-up zeven tot acht speelsters die honken kunnen stelen. Dat zet druk op je tegenstanders en dat forceert ze tot fouten maken. Daar moeten wij weer gebruik van maken.”
Aparte keuze
Dix hoopt daarmee het gat te overbruggen met de mondiale middenmoot. “De eerste vier plekken lijken verdeeld zoals de voorgaande jaren steeds het geval is. Al wordt dat gat ook kleiner en kan een verrassing zomaar uit de lucht vallen. De strijd achter deze vier landen is echter ongemeen spannend. Het verschil tussen de landen Chinese Taipei, Venezuela, Cuba, Nederland en wellicht Zuid-Korea is klein en daar kan van alles gebeuren.” Toch blijft een echte voorspelling maken voor de bondscoach lastig. “Aangezien wij geen internationale wedstrijden kunnen spelen, is het moeilijk in te schatten op welk niveau we nu staan. Het enige wat we kunnen doen, is de meiden zo goed mogelijk voorbereiden en ze het geloof geven dat ze het kunnen.” Asmus heeft er in ieder geval het volste vertrouwen in. “India en Pakistan hebben wij nog nooit zien spelen, dus dit zal wat nieuwigheid in het toernooi gooien. Maar ik verwacht dat wij als team een grotere tegenstand zullen bieden dan voorgaande toernooien, en we zullen veel spannende wedstrijden spelen.”
Niettemin lijkt het aannemelijk dat door een besluit van de WBSC de zevende plaats straks toch het hoogst haalbare zal worden voor Oranje. Dix licht toe: “Er doen twaalf landen mee en die zijn verdeeld over drie poules. In mijn opvatting een aparte keuze. Beter had de organisatie kunnen kiezen voor twee poules van zes team. Nu zijn wij bovendien ingedeeld in een hele moeilijke poule met Japan, Canada en India. Onze kansen op een goede eindklassering zijn hierdoor bijzonder klein geworden. Als we waren ingedeeld in de poule met Zuid-Korea, Pakistan en Venezuela en Cuba, dan waren onze kansen aanzienlijk groter. Dat je je door een discutabele poule-indeling niet kan meten en mengen om die vijde plek, vind ik op zijn zachtst gezegd een beetje raar.”
Medailles
Niettemin blijft Dix strijdbaar. “Gezien de poule-indeling kunnen we niet anders stellen dan dat we zo hoog mogelijk willen eindigen en zoveel mogelijk wedstrijden willen winnen. Vergeleken met de vorige WK’s zie ik duidelijk een stijging in het niveau. Waar we bijvoorbeeld zes jaar geleden tijdens het WK in Venezuela en vier jaar geleden tijdens het WK in Canada kansloos waren tegen Venezuela en Chinese Taipei, verloren we twee jaar geleden in Japan nipt in de laatste inning. Kortom het gat is alleen maar kleiner geworden. Dameshonkbal zit absoluut in de lift en met een beetje hulp van de KNBSB kunnen we die stappen die nu worden gemaakt, nog beter maken en de aansluiting naar de top vier echt verwezenlijken. De heren honkballers hebben tenslotte ook niet ineens de stap naar de top gemaakt. Daar zijn vele jaren overheen gegaan en daar hebben ze veel hulp bij gehad. Met een beetje hulp zullen en kunnen wij ook die stap maken. Ik ben ook van mening dat we de stap naar een vaste vijfde plek op wereldniveau kunnen maken. Van daaruit kan je gaan werken om de top 4 in te gaan en uiteindelijk naar medailles.”
Zaterdag reist de selectie voor een laatste trainingskamp in de voorbereiding op het WK af naar het Japanse Ureshino. Dix: “Hoe dichterbij de dagen komen, hoe meer het gaat kriebelen. Ruim twee jaar geleden zijn we begonnen met de voorbereidingen en nu komt het wel heel dichtbij. We hebben er allemaal vreselijk veel zin in en kunnen ook niet wachten om eindelijk te starten met het WK.”
Rogier van Zon schrijft over het Nederlands honkbal en softbal sinds 1995. Hij zette in 2000 de Nederlandse honkbalsite op en schrijft als freelancer voor diverse andere media over honkbal en softbal. Reageren? Stuur een e-mail naar rogier(a)honkbalsite.com.
Laatste honkbalnieuws
-
HB Hoofdklasse
/ 7 december 2024KNBSB Awards 2024: Landskampioenen vallen in de prijzen
Tijdens het KNBSB Najaarscongres zijn op zaterdag 7 december in het Pim Mulierstadion de...
-
Honkbal
/ 7 december 2024Bart Volkerijk en Frans van Aalen toegevoegd aan Eregalerij
Het KNBSB Najaarscongres 2024 werd op zaterdag 7 december georganiseerd in het Pim Mulierstadion...
Laatste softbalnieuws
-
Softbal
/ 7 december 2024Leren om succesvol te zijn op de grote momenten
PITCHING COACH MARK SMITH WEET WAT NODIG IS OM DE BESTE TE WORDEN Na...
-
Softbal
/ 5 december 2024GirlPower Radio nog zeker twee jaar hoofdsponsor van het Koninkrijksteam
Na een succesvol eerste jaar is de samenwerking tussen GirlPower Radio en de KNBSB...