Ronald Jaarsma werd met zijn Curaçao Neptunus landskampioen en won de Coach of the Year Award in 2017
(Foto: Rob Jelsma)
In aanloop naar het seizoen 2018 in de Hoofdklasse en de Golden League worden op Honkbalsite.com en Softbalsite.com alle coaches geïnterviewd door kersverse redacteur Rick van de Lustgraaf. We trappen af met de kampioenscoach uit de Hoofdklasse, die in 2017 “eindelijk” de titel pakte met Curaçao Neptunus.
Het seizoen 2017 was voor Ronald Jaarsma veelbewogen, met zijn pikante overstap van L&D Amsterdam naar Curaçao Neptunus. Het was natuurlijk ook zijn eerste jaar als hoofdtrainer en dat is hem goed bevallen. Dat is ook niet zo gek met het winnen van de Europacup en de landstitel. Vooral de landstitel betekende heel veel voor de 41-jarige trainer.
‘’Ik heb er 22 jaar op moeten wachten. Ik ben elf keer tweede geworden, maar dit was mijn eerste titel. Eigenlijk kwam alles toen samen. Ik geloof dat ik half jankend in de armen van Wim Martinus ben gesprongen. Maar het echte besef kwam pas na een paar dagen thuis.’’ Jaarsma werd na zijn actieve carrière eerst een aantal jaar assistent trainer van HCAW en L&D Amsterdam Pirates voordat hij aan de slag ging als hoofdcoach bij Cuaracao Neptunus. Dat had wat hem betreft wel iets later gemogen
“Leidinggeven zit in mijn bloed”
‘’Spelen is nog steeds veel leuker dan coach zijn. Ik baal er wel van dat ik niet echt een afscheidsjaar heb gehad, maar vrij abrupt gestopt ben. Achteraf gezien had ik nog zeker een jaar door kunnen gaan voordat ik het trainersvak in rolde.’’ Als hoofdcoach van de Rotterdammers staat hij al aan de top in Nederland. Het is dan ook nog de vraag wat er hierna volgt. ‘’Meestal blijf je drie of vier jaar bij een club. Dat wil ik hier ook volbrengen en een team voor de toekomst ontwikkelen. Daarna weet ik niet wat nog een uitdaging kan zijn. Misschien een nationaal team of een managementfunctie. Leidinggeven zit in mijn bloed.’
Iedere coach wordt ook gevraagd naar ruimte voor ontwikkeling in de sport en Ronald Jaarsma noemt iets opvallends. ‘’Ondanks de Nederlandse successen op club- en nationaal niveau is er nog te weinig interesse in de sport. Honkbal is een hele interessante en tactische sport en ik denk dat het komt doordat veel mensen de sport niet begrijpen. Ik vind dat er op tv meer uitleg moet komen over de sport om het zo interessanter te maken. Dat zag je ook bijvoorbeeld bij curling op de Olympische Winterspelen. Door de bekendheid te vergroten wordt de sport groter. Zo komt er meer geld en kunnen er nog betere spelers uit het buitenland gehaald worden.’’
