Sparks Haarlem-hoofdcoach Peter van Dalen.
Foto: © Fred Versluis
In aanloop naar het seizoen 2018 in de Hoofdklasse en de Golden League worden op Honkbalsite.com en Softbalsite.com alle coaches geïnterviewd door kersverse redacteur Rick van de Lustgraaf. Vandaag een interview met Peter van Dalen, de coach van Oolders Omaco Sparks Haarlem die dit seizoen de titel terug wil halen naar Haarlem-Noord.
Dat Peter van Dalen in het softbal terecht zou komen lag een aantal jaar geleden absoluut niet voor de hand. Bij de belofte ploeg van de Nederlandse honkballers leek hij na vijftien jaar wel vastgeroest, maar een opmerkelijke situatie zorgde ervoor dat Van Dalen de overstap maakte naar de het vrouwensoftbal. Inmiddels gaat hij al beginnen aan zijn vierde seizoen bij Sparks en is hij uit op revanche.
Sommige dingen in het leven lopen zoals gepland en andere dingen weer wat minder. De overstap van Peter van Dalen naar Sparks kun je duidelijk in de tweede categorie scharen. ‘’Voor mijn werk als accountmanager bij Hanos Horecagroothandel ging ik op bezoek bij Sparks om te kijken of ze van leverancier wilde veranderen. Daar zat ik wat te praten met Sandra Nypels (de voorzitter). Het ging ook over de club en zij vertelde dat Juni Fransisca zou stoppen als hoofdtrainer. Dus zei ik voor de gein ‘misschien is dat wel iets voor mij.’ En zo is het balletje gaan rollen. Ik zei het voor de gein, maar zij zagen het ook wel zitten.’’
Softbaljeugd
Een terugkeer naar de honkballers lijkt er voorlopig dan ook niet in te zitten. ‘’Ik zou nog wel een jeugdploeg in het softbal willen coachen, zoals ik ook jarenlang in het honkbal heb gedaan. Dat lijkt me wel wat. Maar voorlopig zit ik hier goed. Een belangrijke reden om naar het softbal te gaan was dat ik met mijn dochter, Maxime, zou kunnen samenwerken. Dat is hartstikke leuk.’’
De voormalig honkballer van Kinheim, Nicols en HCAW kan enorm genieten van werken met talenten. Daarom houdt hij de ontwikkeling van aanstormende softballers ook goed in gaten. Ondanks dat Nederland de nummer 1 is in Europa en de oprichting van Centrum voor Topsport en Onderwijs (CTO) voor meer talentontwikkeling zorgt, ziet hij een mankement. ‘’We hebben best wel wat goede talenten, maar het is jammer dat ze zich af en toe niet kunnen meten met internationale leeftijdsgenoten (dan praat ik over top landen zoals Tsjechië , Italië) tijdens toernooien. Het wordt al wel beter maar financiën blijft toch altijd een groot probleem om het budget rond te krijgen. De talenten moeten veel tegen sterke tegenstanders en onder druk te spelen, daar leren ze het meeste van.’’
