Het is erg jong, talentvol, en vooralsnog zeer stabiel. Het team van Hoofddorp Pioniers kent met achttien punten en een derde plaats uit twaalf wedstrijden een uitstekende start van de Hoofdklasse. Nederlands international Lars Huijer is onder de indruk van de prestaties van zijn ploeg, maar blijft geducht voor grilligheid.

Hadden jullie zo’n goede start zien aankomen?
“Het is inderdaad een heerlijke start en ook voor ons eigenlijk wel iets boven verwachting. We hebben wel het talent, maar ook wel erg veel jonge jongens. Ik ben zelf 25, dan zijn er nog twee of drie anderen twintigers, maar de rest is allemaal onder de twintig jaar. En je weet hoe het gaat met jonge jongens; die kennen ups en downs. Daarom blijven we ook waakzaam.”

Het doel is een plek bij de top 4?
“Het is zeker ons doel om bij de eerste vier te eindigen. Vorig jaar werden we zesde, maar vond ik ons op papier eigenlijk sterker dan dit jaar. Toch doen we het nu beter. Ik vind vooral de mentaliteit in de ploeg verbeterd ten opzichte van vorig seizoen. Die jonge gasten laten zien dat ze beter willen worden en gaan er vol voor. Dat begint al met op tijd komen en het extra trainen van zwakke punten. Geen idee of we dit niveau kunnen vasthouden, maar we gaan wel echt voor de Play-Offs.”

Hoe kijk je naar dit seizoen met Oranje, waarbij veel op het spel staat?
“Het doel om ons tijdens het EK te kwalificeren voor het OKT om daar vervolgens kwalificatie voor de Olympische Spelen te bewerkstelligen. We zijn met het Koninkrijksteam nu goed op weg en hebben een goede mix van jong en oud. We zijn al sinds vorig jaar met eenzelfde groep aan het trainen en dat gaat gewoon heel goed. Wij gaan ons gewoon kwalificeren voor de Olympische Spelen, dat weet ik zeker.”

Een stelling: ‘De kans is groot dat je mij straks terugziet als coach’

Huijer wachtte op zijn kans op een doorbraak als honkballer in de Verenigde Staten, maar koos enkele jaren geleden eieren voor zijn geld en keerde terug naar Nederland voor een studie sport en bewegen. De pitcher is inmiddels gediplomeerd en blij dat hij destijds koos voor een terugkeer naar zijn vaderland.

“Ik heb zeker geen spijt dat ik niet langer voor mijn kansen in de VS ben gegaan. Ik wilde namelijk iets achter de hand hebben en dat heb ik nu, dus is mijn doel behaald. Daarnaast kan ik nu ook uitkomen voor het Koninkrijksteam. Ik heb zo een prachtig leven”, zegt Huijer, die zijn sportgerelateerde studie al baseerde op mogelijke toekomstplannen. Zijn opleiding is namelijk gericht op coaching en begeleiding in de sport. Iets wat hem goed is gevallen. “Ik denk dat de kans heel groot is dat je me na het mijn loopbaan als speler terugziet als trainer. Misschien krijg ik wel een aanbod van de KNBSB. Ook nu geef ik al trainingen, zoals pitcherstraining.”

Het uitbouwen van trainerservaring moet de komende jaren nog wel pas op de plaats maken. Huijers ambities liggen voorlopig nog als speler op het veld. Waar de meeste internationals in clubverband uitkomen voor Amsterdam Pirates of Curaçao Neptunus, speelt Huijer nog voor een club onder die traditionele top-2. “Maar als ze willen praten sta ik daar altijd voor open. Toch hoef ik niet zo nodig weg bij Pioniers en vind ik niet dat ik onder mijn niveau speel. Ik speel namelijk tegen zowel Amsterdam als tegen Neptunus, dus meer zwaardere wedstrijden. Zij spelen alleen tegen elkaar. Natuurlijk ambieer je het hoogste, maar als ik ook nog naar de top twee ga wordt de Hoofdklasse daar ook weer minder competitief van.”

Dat het niveauverschil in de Hoofdklasse groter wordt is volgens Huijer ook een groot probleem. Hij denkt dat het terugbrengen van drie naar twee wedstrijden per week uitkomst biedt. “De twee ‘rijkere’ teams hebben nu veel goede spelers die niet eens alles spelen. Zij kunnen bij veel andere teams echt een meerwaarde zijn. Bij minder wedstrijden dwing je hen wel om verder te kijken, anders spelen ze nooit meer.”

Een wedstrijd minder per week zorgt er volgens Huijer ook voor dat spelers langer doorgaan en niet al voortijdig stoppen op het hoogste niveau. “Tien jaar geleden kregen spelers nog een leuk centje mee en konden ze tegen hun gezin zeggen daar aan het einde van het jaar op vakantie mee te gaan. Dat is nu niet meer, waardoor jongens al vroeg stoppen. Dat is zonde.”