Met meer dan tien
jaar ervaring in de Hoofdklasse en een leeftijd van 35 jaar is Koks met recht
een gelouterde speler te noemen. Die ervaring heeft het Haagse Silicon Storks
hard nodig om handhaving in de Hoofdklasse te bewerkstelligen en de pitcher is
zich bewust van zijn voorbeeldfunctie in de groep.
“Ik zie mezelf op het veld wel als verlengstuk van de coach en ook buiten het veld regel ik veel voor de groep. In de Overgangsklasse was ik natuurlijk ook playing coach, maar toen we naar de Hoofdklasse promoveerden gaf ik gelijk al aan dat ik me meer op mijn eigen spel moet focussen.”
Koks ziet dat het met onder meer de 17-jarige Sem Lauf wel goed zit wat betreft de potentie van de jonge spelers van Storks en haalt veel plezier uit het trainen met de nieuwe generatie honkballers. “Ik vind het heel mooi om te zien dat jonge gasten er echt vol voor willen gaan en de juiste mentaliteit tonen. Dan heb ik het bijvoorbeeld over op tijd aanwezig zijn en extra trainen op zwakke punten. Je probeert toch een beetje een mentor voor de jonge jongens te zijn”, zegt Koks, die overweegt om na zijn actieve loopbaan verder te gaan in de coaching.
Voorlopig is daar nog geen sprake van en staat de pitcher op het veld. Zijn leeftijd zal in ieder geval geen rol spelen in het besluit om zijn carrière op termijn te beëindigen. “Volgens mij is 35 jaar nog niet heel oud en mijn doel is zo lang mogelijk fit en pijnvrij blijven. Het besluit om door te gaan, bekijk ik altijd van jaar tot jaar. Al moet ik wel zeggen dat het in het voorjaar meer kriebelt dan in de winter.”
Koks stapt na het interview in zijn auto, op weg naar een wedstrijd met Storks. Een voorbeeld dat hij illustratief noemt voor misschien wel het gebrek aan honkbal als topsport. Hij wijst naar de verplichtingen van honkballers buiten het veld, vanwege het gebrek aan financiële vergoedingen.
“De jongens van het honkbal staan op donderdagavond uit hun werk weer in de file op weg naar een wedstrijd. Maar als ik bijvoorbeeld kijk naar het turnen, naar Epke Zonderland, die zijn gewoon de hele dag bezig met beter worden in hun sport. Dat vind ik echt fascinerend om te zien, maar daarom vind ik honkbal in Nederland tegelijkertijd ook niet echt topsport.”