Over twee dagen gaat het nieuwe seizoen in de Hoofdklasse van start. Iets later dan gepland, vanwege de coronamaatregelen die een goede voorbereiding deze winter in de weg stonden. In de komende dagen blikken wij met spelers, coaches en bestuursleden vooruit op het nieuwe seizoen. Vandaag spreken we met Ton de Jager van Silicon Storks.
Silicon Storks begint de Hoofdklassecompetitie 2021 met wedstrijden tegen Curaçao Neptunus, één van de favorieten voor de titel. Samen met Ton de Jager, bestuurslid Sportzaken en interim-voorzitter van de Haagse vereniging, kijken we vooruit naar het nieuwe seizoen.
“We gaan met een enthousiaste jonge spelersgroep het nieuwe seizoen tegemoet”, aldus De Jager. “De voorbereiding was niet echt optimaal, maar dat is een probleem waar ook de collega-teams in meerdere of mindere mate mee te maken hebben gehad.” ”We zijn het (beperkte) oefentraject begonnen met twee wedstrijden tegen DSS/Kinheim. Als je de relatief beperkte voorbereiding in ogenschouw neemt en rekening houdt met de barre weersomstandigheden (honkbal is geen wintersport), dan hebben we het niet slecht gedaan. De wedstrijd van zaterdag ging met 9-1 verloren, maar zondag trokken wij met 9-4 aan het langste eind. Dat is goed voor het zelfvertrouwen.”
Wij willen zo hoog mogelijk eindigen
“Dat is – kort gezegd – onze doelstelling voor het nieuwe seizoen. Omdat de promotie/degradatie regel dit seizoen wel weer van toepassing is, doen we ons uiterste best om de laatste plaats te ontlopen. Voor het overige kijken we hoe de jongens het doen. Gezien hun jonge leeftijd is er eigenlijk maar één risico: grilligheid. Hoe goed je jezelf ook voorbereid, als dat eenmaal gebeurt, dan vinden onze werpers de slagzone niet meer en slaan onze beste hitters spreekwoordelijk geen deuk meer in een pakje boter.”
“Dat gaan we proberen te voorkomen. Een jong team moet ook tijdens het seizoen de kans krijgen om zich te ontwikkelen.”
Een voorspelling voor de eindstand
“Ik heb de collega’s nog niet aan het werk gezien. Vindt het dus lastig om mij daarover uit te spreken. Voor onszelf ga ik uit van een plek tussen de 5de en 8ste plaats. Daarmee gaan we voor een zo hoog mogelijke positie.”