Deze zomer maken maar liefst acht honkballers en twee softbalsters de overstap naar verschillende Amerikaanse colleges waar honkbal en softbal op het hoogste niveau gespeeld worden. De sporters hebben de afgelopen jaren, naast hun clubtrainingen, intensief getraind op het Talent Team NL Center: het topsportcentrum van de Koninklijke Nederlandse Baseball en Softball Bond (KNBSB), waar Nederlandse talenten worden voorbereid op een professionele (internationale) carrière in het honkbal of softbal. 

Vanaf hun vijftiende/zestiende jaar worden de Nederlandse honkbal- en softbaltalenten geselecteerd voor het KNBSB- talententeam. Vanaf dat moment start een twee à driejarig traject, afhankelijk van leeftijd en vorderingen, om de jongens en meiden voor te bereiden op de stap naar Amerika. Allereerst naar de colleges, uitkomend op het hoogste niveau, en met als uiteindelijk doel de Major League Baseball en het Team Kingdom of the Netherlands. En hoewel Nederland geen honkballand bij uitstek is, vallen de prestaties van het Talent Team NL Center op. Ook, vooral ook, in Amerika.  

Visie op training maakt verschil

Van de tien jongens die de afgelopen jaren zijn opgeleid, hun middelbare school (bijna) hebben afgerond en klaar zijn voor college honkbal, zijn er acht getekend: Gio de Graauw (HCAW), Dorian Lippens (DSS/Kinheim), Raydley Legito (Curaçao Neptunus), Koen van ’t Klooster (Hoofddorp Pioniers), Raphaël Smeenk (L&D Amsterdam), Connor Prins (L&D Amsterdam), Mart Blijleven (RCH Memorie Sieraden) en Rick Rizvic (DSS/Kinheim).  Van de meiden twee uit twee: Anouk Boontjes (Sparks) en Sietske Drijvers (Roef!).  

Pitching Coach van het Talent Team NL Center Robin van Doornspeek zegt daarover: “Ons high performance center is uniek in de wereld. Een topsportcentrum als deze heb je niet in andere landen in Europa, maar ook niet wereldwijd. Onze visie op honkbal- en softbaltraining maakt het verschil. In Amerika trainen ze ‘old skool’. Ze hebben een enorme vijver aan spelers, daar komen altijd talenten boven drijven. Maar wij hebben die pool niet, dus wij moeten ons focussen op talentontwikkeling. Wij moeten de talenten zelf beter maken, naar een hoger niveau brengen, om ze mee te kunnen laten doen in de top. Met specifieke trainingen op hoog niveau. Dat wordt gezien in Amerika. Scouts en coaches komen hier om de ontwikkeling van de sporters te volgen en het programma te bestuderen. 95% van onze talenten komt in Amerika, dat is ongekend.”